In termen van waarschijnlijkheid omvatten verschillende elektrische storingen met goede en slechte tijden de volgende situaties:
1. Slecht contact
Slecht contact tussen het bord en de sleuf, wanneer de kabel intern kapot is, werkt deze niet, de stekker en de bedradingsterminal maken geen contact en de componenten zijn gesoldeerd.
2. Het signaal wordt verstoord
Bij digitale circuits zullen fouten alleen onder bepaalde omstandigheden optreden. Het is mogelijk dat te veel interferentie het besturingssysteem heeft beïnvloed en fouten heeft veroorzaakt. Er zijn ook veranderingen in individuele componentparameters of algemene prestatieparameters van de printplaat, waardoor anti-interferentie ontstaat. Het vermogen neigt naar het kritieke punt, wat tot falen leidt;
3. Slechte thermische stabiliteit van componenten
Uit een groot aantal onderhoudspraktijken blijkt dat de thermische stabiliteit van elektrolytische condensatoren als eerste slecht is, gevolgd door andere condensatoren, triodes, diodes, IC's, weerstanden, enz.;
4. Vocht en stof op de printplaat.
Vocht en stof geleiden elektriciteit en hebben een weerstandseffect, en de weerstandswaarde zal veranderen tijdens het proces van thermische uitzetting en krimp. Deze weerstandswaarde zal een parallel effect hebben met andere componenten. Wanneer dit effect sterk is, zullen de circuitparameters veranderen en storingen veroorzaken. voorkomen;
5. Software is ook een van de overwegingen
Veel parameters in het circuit worden softwarematig aangepast. De marges van sommige parameters zijn te laag aangepast en bevinden zich in het kritische bereik. Wanneer de bedrijfsomstandigheden van de machine overeenkomen met de door de software vastgestelde reden voor de storing, verschijnt er een alarm.